Oefening: Inzicht in je energiebalans

Wat doe je allemaal op een dag? Denk aan de verschillende activiteiten en werkzaamheden op je werk. Denk ook aan je bezigheden thuis, de afspraken met mensen, activiteiten die je onderneemt naast je werk, gesprekjes met school. Inventariseer dat eens.


We gaan op zoek naar rode (energievreters)
en groene (energiegevers) momenten.

Groene momenten zijn momenten:

  • waarop je geniet van waar je mee bezig bent
  • waarbij er voor je het weet een paar uur voorbij zijn
  • waarop je de tijd vergeet
  • waarop je amper moet nadenken bij wat je doet
  • waar je naar uitkijkt
  • waarvan je het zelf niet zo bijzonder vindt wat je laat zien, maar anderen wijzen je erop dat je het goed kan
  • waarbij je na afloop misschien fysiek moe bent, maar mentaal heb je meer energie dan je vooraf had
     

Rode momenten zijn die momenten:

  • waarop de tijd niet vordert
  • waar je niet naar uitkijkt
  • waarop je jezelf heel erg moet concentreren om erbij te kunnen blijven of om een goed resultaat te kunnen neerzetten
  • waar je moe van wordt
  • die in je functioneringsgesprekken of evaluatiegesprekken steeds terugkeren, jaar na jaar… en steeds benoemd worden als datgene waar je aan zou moeten werken; je weet het, je zegt dat je er aan gaat werken en tegelijkertijd komt er weinig of niets van
  • waarop je energie moet steken in wat je aan het doen bent; je ziet er tegenop, je stelt het uit, de tijd kruipt vooruit en je bent je tijdens de activiteit voortdurend bewust van het feit dat het je veel energie kost
  • die vaak opduiken in je storende gedachten: datgene waarover je in de auto naar huis zit op te tobben, waar je ’s avonds of in het weekend mee bezig bent, waar je ’s nachts van wakker ligt, waar je niet uitkomt, waar je voortdurend in je hoofd gesprekken of dialogen over aan het voeren bent of die je achtervolgen

Maak eens een lijstje: wat geeft jou energie en wat kost jou energie.